De leerlingen krijgen een kluis in beeld. Midden op de draaischijf staat een getal, de code die gekraakt moet worden. Om de kluis open te krijgen moeten de knoppen ingedrukt worden waardoor het getal in het midden deelbaar is. Voor het codegetal in het midden heeft de leerling de keuze uit getallen tussen 0 en 100, of tussen 0 en 1000. De getallen op de knoppen rondom het codegetal zijn steeds de getallen 1 tot en met 10.
Om de kluis open te krijgen moet de leerling op de hendel van de kluis klikken. Alleen als alle knoppen goed staan, gaat de kluis open.
Om de kluis open te krijgen moet je de code kraken, het getal dat op de middelste schijf staat. Klik op de knoppen van de getallen waardoor het codegetal deelbaar is. Als je denkt dat alle knoppen goed staan klik je op de hendel. Je mag het rekenmachientje op het scherm gebruiken, maar dat machientje kan alleen maar vermenigvuldigen.
Je kunt kiezen voor een nieuw codegetal onder 100 of voor een codegetal tussen 100 en 1000.
Bij Kraak de kluis draait het om deelbaarheid. Als de code een laag getal is kunnen kinderen simpelweg controleren of het getal "in de tafel zit". Vaak is het getal van de code daarvoor echter te groot. Een handige aanpak is dan "opvermenigvuldigen". Bij 91 kun je bijvoorbeeld redeneren: