Spelen met functies

Spelen met functies: Bediening en bedoeling

De bedoeling van dit applet is om vanuit een aantal standaard functies andere functies te maken van een vergelijkbaar soort. Daarbij wordt duidelijk wat de invloed is van diverse getallen in het functievoorschrift op het verloop van de grafiek.

Bediening

Het applet start vanzelf met een lineaire functie en een controlescherm. De afmetingen van het scherm kun je aanpassen door het verslepen van een hoekpunt.

In de werkbalk van dit applet staan verschillende knoppen met een uitvalmenu.
- Functie f: in dit menu kun je kiezen uit de verschillende standaardfuncties. De kleur van de grafiek is rood.
- Functie g: in dit menu kun je kiezen uit de verschillende standaardfuncties. De kleur van de grafiek is blauw.
- Operaties: in dit menu kun je een bewerking kiezen die op functie f wordt uitgevoerd. Wanneer ook een functie g is geselecteerd, is een combinatie van beide functies mogelijk. De kleur van de grafiek is groen.
- Spiegel grafiek: de grafiek van de functie f of van de functie g wordt gespiegeld in de lijn y = x. Met de gespiegelden zijn geen operaties uit te voeren.
- Regelpanelen: hier kunnen de regelpanelen van de functies f en g worden ingeschakeld.
- Opties: functiewaarden kunnen worden afgelezen, er kan een tabel van functiewaarden worden getoond, snijpunten kunnen worden berekend en functievoorschriften bewaard (zodra de applet wordt uitgezet, zijn deze functievoorschriften verloren).
- Window: hier kunnen de instellingen langs de horizontale en de verticale as worden gewijzigd.

Je kunt een grafiek op drie verschillende manieren veranderen:
1. Met behulp van de hotspots (de vette punten) op de grafiek. Zodra de muis in de buurt van zo'n hotspot komt, worden ze groot en zijn ze te verslepen. Dit is een grove verandering van de grafiek.
2. Met behulp van de rode schuifjes op de regelpanelen.
3. Door op het regelpaneel een waarde van een parameter in te vullen en af te sluiten met enter. Ook is het mogelijk de parameterwaarden te veranderen met de pijltjesknoppen op het regelpaneel.
NB: welke van de drie manieren je ook kiest, de andere twee worden meteen aangepast. Aanvullende informatie: - Opties: met 'Toon waarden' kun je de x- en y-waarden van punten op de grafieken aflezen. De grijze lijn is te verplaatsen met de hotspot op de horizontale lijn waar de assenverdeling staat. - Opties: 'Toon Tabel'. De tabel vertoont de waarden van de actuele functies (functie f, functie g, operatie) in overeenkomende kleuren. Bij opstarten volgen de x-waarden de x-as van de grafiek. Deze waarden zijn te veranderen via het paneeltje boven in de tabel. Vul de nieuwe waarden in en druk op 'Pas toe'. Als je de tabel sluit kan je hem weer openen via Opties: 'Toon Tabel'. - Opties: 'Vindt snijpunten': door op het grafiekenblad de muis aan te klikken en te slepen, ontstaat een groene rechthoek. Bij loslaten van de muisknop verdwijnt de rechthoek en worden de cošrdinaten van een snijpunt van twee grafieken getoond. Het snijpunt is een benadering.

Bedoeling

De bedoeling van dit applet is om vanuit een aantal standaard functies andere functies te maken van een vergelijkbaar soort. Daarbij wordt duidelijk wat de invloed is van diverse getallen in het functievoorschrift op het verloop van de grafiek.
Ook kunnen een tweetal functies worden gecombineerd. Er zijn verschillende bewerkingen te doen: het is mogelijk om de functies op te tellen, te delen, te vermenigvuldigen en af te trekken. Bovendien kan uit twee functies een samengestelde functie worden opgebouwd. Daardoor kunnen leerlingen spelen met functies.
Deze mogelijkheden kunnen helpen bij het opbouwen van begrip van nulpunten en asymptoten. Ook trendlijnen kunnen zichtbaar gemaakt worden, wat met name bij goniometrie verhelderend kan werken.

Copyright 2003 WisWeb