1. Waar ben je geweest in de vakantie?


In een schoolkrant stond dit stukje:

‘We hebben een onderzoekje gedaan op onze school over vakantie. Alle klassen hebben een lijst gemaakt van waar kinderen naar toe zijn geweest. We hebben 293 kinderen op school. Ongeveer de helft ging naar een camping of zo in Nederland. Er gingen heel veel kinderen naar Frankrijk. Dat was bijna een derde van alle kinderen! De rest van de kinderen ging naar allemaal verschillende landen. Jorrit uit onze klas is het verste weg geweest, want die ging naar Australië.

We hebben een werkstuk gemaakt over ons onderzoek. Als je het wil lezen, dan kun je het een keer lenen.

Fieke, Jos en Gilbert groep 7.’

Opdracht a (op papier)

Vaak staat in de krant een cirkeldiagram of een staafdiagram bij zo'n stukje. Dat is vaak duidelijker dan woorden.



Teken op papier een cirkeldiagram voor het onderzoekje van Fieke, Jos en Gilbert.

Aanwijzingen:

  • Het kan niet precies, je moet schatten.
  • Gebruik verschillende kleuren, voor elk land een andere kleur.
  • Schrijf naast de cirkel welke kleur bij welk land hoort.

Opdracht b (computer)

In het werkstuk van Fieke, Jos en Gilbert stonden deze getallen:

143 kinderen bleven in Nederland
104 kinderen gingen naar Frankrijk
30 kinderen gingen naar Marokko
19 kinderen gingen naar Turkije
3 kinderen gingen naar Denemarken
1 kind ging naar Australie

Zet die getallen in het programmaatje hieronder en laat de computer een cirkeldiagram tekenen.

 

Kijk of het plaatje klopt met het cirkeldiagram dat jullie zelf getekend hebben.

Snappen jullie wat die strook laat zien?